Stikstofdepositie

Sinds het Programma Aanpak Stikstof (PAS) door de Raad van State vorig jaar in mei ongeldig is verklaard is stikstofdepositie een zeer veel besproken onderwerp in Nederland. Landbouw, verkeer, industrie en de gebouwde omgeving vormen hierbij de belangrijkste bronnen van stikstofemissie en stikstofdepositie. Te veel stikstof is slecht voor de natuur en onze gezondheid. Tegelijkertijd zal er echter ruimte moeten blijven voor nieuwe ontwikkelingen. Daarom kan stikstofdepositie voor knelpunten zorgen bij een ruimtelijke ontwikkeling zoals nieuwbouw of een bedrijfsuitbreiding.

Natura 2000

In veel Natura 2000-gebieden liggen habitats die gevoelig zijn voor de verzurende en/of vermestende invloed van stikstofdepositie. In veel van deze gebieden is de stikstofdepositie veel hoger dan de kritische depositiewaarde (KDW), wat de grens is waarboven het risico bestaat dat de kwaliteit van een habitat significant wordt aangetast. Deze gebieden zijn als het ware overbelast met stikstof. Binnen Europa zijn ter bescherming en instandhouding van deze natuurgebieden doelen gesteld. Deze instandhoudingsdoelstellingen zijn verankerd in de Wet natuurbescherming (Wnb).

Voormalige aanpak

Om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken, en tegelijkertijd de instandhoudingsdoelstellingen van de natuurgebieden te behalen, was het PAS in 2015 in het leven geroepen. Hiermee konden activiteiten, welke gepaard gingen met stikstofdepositie, mogelijk gemaakt worden. Aan de hand van het PAS werd voor dergelijke activiteiten een vergunning dan wel toestemming verleend. Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State echter uitgesproken dat het PAS niet langer als toestemmingsbasis voor activiteiten mag worden gebruikt. Het was namelijk onzeker of de doelstellingen voor de natuur wel behaald konden worden middels de maatregelen uit het PAS. Alle nieuwe en nog niet onherroepelijke vergunningen of toestemmingsbesluiten voor projecten, die gepaard gingen met stikstofdepositie, waren na deze uitspraak niet meer geldig.

Huidige aanpak

Voorheen gaf het PAS ruimte voor nieuwe economische ontwikkelingen. Ten behoeve van toetsing van de mogelijke effecten dient de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden vanwege voorgenomen activiteiten nog steeds gekwantificeerd te worden. Momenteel is bij alle activiteiten met een kans op een (significant) negatief effect echter sprake van vergunningplicht in het kader van de Wnb. Als een project een toename boven de 0,00 mol N/ha/jaar veroorzaakt kan niet worden uitgesloten dat sprake is van significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstelling van het betreffende Natura 2000-gebied. Door middel van intern en extern salderen kunnen daarbij projecten die gepaard gaan met een relevante toename aan stikstofdepositie mogelijk worden gemaakt. Door het salderen worden toenames en afnames met elkaar verrekend, waardoor uiteindelijk netto geen sprake meer is van een significante toename van de stikstofdepositie. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij een bedrijfsuitbreiding, waar verouderde processen binnen het bedrijf worden vervangen door nieuwere en 'schonere' processen. Op deze wijze kunnen negatieve effecten op Natura 2000-gebieden worden uitgesloten. Thans vormt salderen een belangrijk middel om te komen tot vergunbare situaties. Het kan echter ook zijn dat een project tot een significante toename van de stikstofdepositie leidt, maar er geen mogelijkheden zijn tot salderen. Indien sprake is van een toename aan stikstofdepositie dient een passende beoordeling van de effecten op de natuurgebieden of een nadere beschouwing van de maatschappelijke noodzaak (ADC-toets) uitgevoerd te worden. Middels deze instrumenten zou een project wellicht alsnog mogelijk gemaakt kunnen worden.

Wat doen wij?

Bovengenoemde ontwikkelingen brengen steeds nieuwe inzichten en regels met zich mee. Belangrijk blijft altijd hoe projecten zo goed mogelijk gerealiseerd kunnen worden binnen de kaders van de Wnb. Peutz kan u hierin adviseren. Al in een vroeg stadium van het project of plan kunnen we beoordelen of mogelijk sprake is van een significante toename aan stikstofdepositie. Met depositieberekeningen beoordelen we vervolgens of een project zonder meer zijn doorgang kan vinden of dat er mogelijk gesaldeerd kan worden. Op basis hiervan kan zo nodig worden bijgestuurd en bepalen we mogelijke vervolgacties, bijvoorbeeld het aanvragen van een vergunning in het kader van de Wnb. Ook deze vergunningaanvraag kunnen wij voor u verzorgen.