Land
Land
Onder invoegverlies, of “insertion-loss”, verstaan we de reductie van het afgestraalde geluidniveau door een bekleding of omkasting. De metingen worden uitgevoerd in de nagalmkamer, dit is onze meetruimte die door zijn afmetingen en volume het meest geschikt is om ook in de lage tonen met een goede nauwkeurigheid het afgestraalde geluidniveau te meten.
De te kiezen meetopstelling is afhankelijk van de praktijktoepassing van het te onderzoeken object of materiaal. Uitgangspunt is telkens het streven om een laboratoriumopstelling te kiezen die zo dicht mogelijk bij de gebruikssituatie in de praktijk blijft.
Bijvoorbeeld: Het te onderzoeken object is een geluiddempende luchtbehandelingsslang. De te onderzoeken slang wordt gemonteerd tussen twee meetkanalen van een voorgeschreven minimale lengte, eventueel met tussenvoeging van (eveneens voorgeschreven) verloopstukken. Aan het ene uiteinde van deze opstelling komt een luidsprekersysteem, het andere uiteinde mondt uit in de nagalmkamer. Het door de luidspreker veroorzaakt geluidniveau in de nagalmkamer wordt gemeten in twee situaties. Als de te onderzoeken slang aanwezig is en als de slang vervangen is door een kanaalstuk (een dummy) met dezelfde afmetingen en lengte als de slang.
Het verschil in het geluidvermogen-niveau bij de twee situaties is de maat voor de geluiddemping (invoegdemping of insertion-loss) van de demper.
