Land
Land
Het omgevingsplan is het centrale instrument binnen de Omgevingswet en vervangt eerdere plannen zoals het bestemmingsplan. In het omgevingsplan staan de regels voor de fysieke leefomgeving binnen een gemeente, zoals waar je mag bouwen, hoe grond gebruikt mag worden, en welke milieuregels gelden.
Sinds 1 januari 2024 heeft iedere gemeente één omgevingsplan voor haar hele grondgebied. Dit omgevingsplan bestaat uit een tijdelijk deel en een nieuw deel. Gemeenten hebben tot eind 2031 de tijd om de inhoud van het tijdelijke deel van het omgevingsplan om te zetten naar regels in het nieuwe deel. Dit plan combineert regels over wonen, bouwen, milieu, water, natuur, verkeer en gezondheid in één overzichtelijk geheel.
De gemeente zorgt voor “een evenwichtige toedeling van functies aan locaties” (ETFAL) in het omgevingsplan door regels over activiteiten vast te stellen. Op deze manier wordt het gebruik van de schaarse ruimte zo goed mogelijk afgewogen, verdeeld, ingericht en benut. Alle regels samen zorgen voor deze evenwichtige toedeling.
Dit betekent dat het omgevingsplan het juridisch kader vormt waarbinnen gemeenten beoordelen of een initiatief (bijv. bouwproject, verbouwing, functiewijziging van een gebouw) wel of niet is toegestaan. In het geval een initiatief niet is toegestaan volgens het omgevingsplan kan een initiatiefnemer een vergunning voor een “buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)” aanvragen of een verzoek doen tot wijziging van het omgevingsplan.
Wanneer een beoogd project in strijd is met de regels in het omgevingsplan, vraagt een initiatiefnemer vaak een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) aan bij het bevoegde gezag. Een alternatieve, iets minder eenvoudige procedure, is een wijziging van het omgevingsplan zelf. Deze optie is met name geschikt voor initiatieven waarbij flexibiliteit gewenst is of ook andere regels binnen het omgevingsplan aangepast moeten worden.
Denk bijvoorbeeld aan het afschalen van de gebruiksruimte van omliggende bedrijven om woningbouw mogelijk te maken, of het schrappen van onbenutte bouw- of gebruiksmogelijkheden. Voor dit soort structurele aanpassingen is een wijziging van het omgevingsplan noodzakelijk; dit kan niet via een omgevingsvergunning voor een BOPA geregeld worden.
Zowel voor een BOPA, als voor een wijziging van het omgevingsplan geldt dat moet worden aangetoond dat sprake is van een “evenwichtige toedeling van functies aan locaties” (ETFAL). De gemeente zorgt voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan door regels over activiteiten vast te stellen. Op deze manier wordt het gebruik van de schaarse ruimte zo goed mogelijk afgewogen, verdeeld, ingericht en benut. Alle regels samen dragen bij aan deze evenwichtige toedeling.
We beschikken over de kennis en ervaring om ondersteuning te bieden bij een wijziging van het omgevingsplan. Daarmee kunnen wij u helpen bij het realiseren van uw ruimtelijke ambities, ook als daar aanpassingen in het omgevingsplan voor nodig zijn.
