Op de voormalige luchtmachtbasis Soesterberg is het nieuwe Nationaal Militair Museum gebouwd. In dit museum worden, naast een defensiebreed thematisch gedeelte, de collecties van het Legermuseum uit Delft (inmiddels gesloten) en het Militaire Luchtvaartmuseum uit Soesterberg samengebracht. Het project omvat een centraal museumgebouw met een footprint van 20.000 m² en een bvo van ca. 23.000 m². De hoogte van het museumgebouw is ca. 17 m. Het museum ligt in een ca. 35 ha groot natuurgebied in het hart van de Utrechtse heuvelrug.
Het gebouw huisvest voornamelijk expositiegebied, met daarnaast voorzieningen als een restaurant en auditorium. Verder zijn kantoorruimten voorzien en is een kennis- en informatiecentrum in het museum aanwezig.
Het gebouw is ontworpen door Claus en Kaan Architecten uit Amsterdam. Typisch aan het gebouw is de enorme luifel, opgebouwd uit een 4 m hoge stalen vakwerkconstructie, die aan alle zijden ten minste 15 meter overkraagt. De dakconstructie beperkt de zoninstraling gedurende het koelseizoen en heeft daarnaast een rol in het reduceren van de daglichttoetreding. Hierdoor is het mogelijk dat de gevels vrijwel volledig uit glas zijn opgetrokken.
Bij het ontwerp is rekening gehouden met de eis van de opdrachtgever om de expositie volledig te kunnen herzien/aanpassen. Voor verhuisbewegingen van grote objecten kan een deel van de glazen museumgevel worden gedemonteerd. De vloer en dakconstructie zijn zo uitgelegd dat zware objecten als tanks en vliegtuigen op allerlei manieren zijn te exposeren. De thematische ruimten hebben een open plattegrond en de routing in het museum kan op verschillende manieren worden ingevuld. Daardoor zijn in toekomst diverse modificaties aan het gebouw mogelijk.
In samenwerking met de partijen die de museale inrichting verzorgen (Kossmann.deJong) is de collectie zodanig uitgelegd dat objecten met een hoge lichtgevoeligheid op posities zijn ondergebracht waar geen of vrijwel geen daglicht toetreedt. Hiertoe zijn uitgebreide computersimulaties verricht waarbij de “lichtbelasting” gedurende een jaarcyclus voor elk punt in het museum is berekend. Daarbij is naast de in daglicht aanwezige schadelijke straling (UV) specifiek gelet op de verdeling tussen direct (zon) en diffuus daglicht.

In het museum heersen verschillende klimaatklassen per ruimtecluster afhankelijk van de objecten die er zijn geëxposeerd. Op een aantal plaatsen is gekozen voor klimaatvitrines, mede uit het oogpunt van beveiliging. In het depot zijn ook verschillende klimaatklassen ondergebracht en bijzondere opslagruimten zoals kluizen met een zuurstofarm regime. In het museum worden verder spectaculaire audio-visuele presentaties getoond, waarbij de ruimteakoestische kwaliteit een belangrijk aspect is.
Het brandveiligheidsconcept van het museum is door Peutz opgesteld en uitgewerkt in samenspraak met de consortiumleden. Vanwege tal van bijzonderheden, waaronder niet in het minst de omvang van de expositieruimten, is uitvoerig overleg gevoerd met het bevoegd gezag en de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Er is een Integraal Plan Brandveiligheid (IPB) voor dit project gemaakt.
Van de zijde van opdrachtgever zijn eisen gesteld aan onder meer de duurzaamheid van het project. Het museumgebouw is zeer duurzaam en heeft een EPC van 0,233 (E/E).

In december 2015 is de Abe Bonnema Architectuurprijs 2015 toegekend aan dit project. De prijs werd door Ed Nijpels, voorzitter van de ir. Abe Bonnema Stichting, uitgereikt aan Felix Claus Dick van Wageningen Architecten.
Om je zo goed mogelijk van dienst te zijn, maken we gebruik van cookies. Hiermee slaan we informatie op of openen we gegevens op je apparaat. Met jouw toestemming kunnen we bijvoorbeeld anonieme statistieken verzamelen over het gebruik van onze site.
Als je liever geen toestemming geeft of je voorkeuren later aanpast, is dat helemaal oké. Houd er dan wel rekening mee dat sommige onderdelen van de site mogelijk minder goed werken.