Land
Land
Sinds de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 zijn in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) geluidaandachtsgebieden rondom spoorwegen vastgelegd. Een geluidaandachtsgebied is een zone langs een spoorweg waar de geluidbelasting hoger kan zijn dan de standaardwaarde van 55 dB (Lden).
De breedte van het geluidaandachtsgebied spoor varieert van 100 tot 1.300 meter en hangt af van de geluidproductie. Voor hoofdspoorwegen is deze breedte opgenomen in het Geluidregister spoor van de Centrale Voorziening Geluidgegevens (CVGG) van het RIVM. Voor lokale spoorwegen met een basisgeluidemissie (BGE) wordt de breedte eveneens in de CVGG vermeld. In de overgangsperiode, wanneer nog geen BGE is vastgesteld, gelden vaste afstanden op basis van het aantal sporen en de maximumsnelheid.
Bij de aanleg van nieuwe spoorwegen geldt voor geluidgevoelige gebouwen in het geluidaandachtsgebied de standaardwaarde uit het Bkl als basisbeschermingsniveau. Onder voorwaarden kan het bevoegd gezag een hogere waarde toestaan tot maximaal 70 dB. In bijzondere gevallen kan zelfs een hogere grenswaarde worden vastgesteld.
Bij de bouw van nieuwe geluidgevoelige gebouwen in de nabijheid van bestaande spoorwegen gelden voorschriften om een goede geluidskwaliteit te waarborgen. Binnen het geluidaandachtsgebied spoorwegen geldt de standaardwaarde als uitgangspunt, met de mogelijkheid voor het bevoegd gezag om een hogere waarde toe te staan tot maximaal 65 dB. In specifieke situaties kan deze waarde hoger liggen. Gemeenten hanteren vaak eigen beleid, waardoor de randvoorwaarden per locatie kunnen verschillen.
Wij berekenen het geluid vanwege spoorwegen volgens de Meet- en rekenmethode geluid spoorwegen, bijlage IVf van de Omgevingsregeling. Hierbij houden we rekening met bronparameters zoals treinintensiteit, type materieel, snelheid en het aantal rijtuigen, en met overdrachtsfactoren zoals afstand, geluidschermen en de aard van de omgeving tussen spoor en ontvanger.
Voor hoofdspoorwegen gebruiken we de uitgangspunten uit het Geluidregister spoor van de CVGG. Voor andere spoorwegen vragen we de maatgevende situatie voor een periode van tien jaar op bij de spoorbeheerder.
Wij ondersteunen bij akoestisch onderzoek spoorwegprojecten in uiteenlopende situaties, zoals planologische wijzigingen, aanpassingen aan infrastructuur en het bepalen van de benodigde gevelgeluidwering bij nieuwbouw. Naast berekeningen voeren we ook geluidmetingen spoorwegen uit, waaronder langdurige monitoring.
Dankzij onze combinatie van akoestische expertise en kennis van de Omgevingswet begeleiden we projecten vanaf de eerste inventarisatie tot en met de uitvoering. Zo ontstaat een goed onderbouwd plan dat recht doet aan zowel de geluidskwaliteit als de ruimtelijke doelstellingen.
