Het kantorengebouw aan de Europaweg in Zoetermeer is van 1984 en gesitueerd tussen een woonwijk en het Stadshart Zoetermeer. Het is onderdeel van een groot terrein met parkeerplaatsen, een basketbalveldje, 2 grote vijvers en veel groen. De plattegrond van het gebouw heeft iets weg van een spinnenweb: kleine delen van het gebouw zijn steeds herhaald. Dit is een verwijzing naar het ‘structuralisme’. Tussen gebouwdelen heeft de architect loopbruggen aangebracht.
Comfortklachten
Na de renovatie hadden gebruikers van het gebouw, met name in de winter, comfortklachten. Naar aanleiding hiervan zijn inspecties uitgevoerd aan de installaties in het gebouw. Hierbij is onder meer met een infrarood camera naar de aanwezige verwarmingsconvectoren gekeken. Tijdens een koude winterperiode is in een ruimte gedurende enkele weken de verwarmingscapaciteit van een in het gebouw aanwezige convector en van een ander fabrikaat convector geregistreerd. Hierbij zijn tevens ruimte- en oppervlaktetemperaturen gemeten. Naast het loggen van gegevens ter plaatse zijn gegevens uit het GBS beschikbaar gesteld. Hierbij gaat het om de buitentemperatuur, luchtinblaas- en luchtafzuigtemperatuur, warmwateraanvoer- en retourtemperatuur, uitsturing voor koelplafonds.
Aanvullend zijn de convectoren in een proefopstelling in een laboratorium getest, waarbij de bouwkundige convectoromkasting ook is onderzocht. Hier zijn diverse varianten doorgemeten. Bij dit onderzoek is voor wat betreft de waterhoeveelheden en -condities rekening gehouden met de in het gebouw reeds aanwezige pompen en aanpassingsmogelijkheden.
Het totale onderzoek heeft er toe geleid dat er nu convectoren geselecteerd worden waarmee voldoende verwarmingscapaciteit gehaald kan worden.