Begrippen Veiligheid

Plaatsgebonden risico

Risico op een plaats buiten een inrichting of transportas, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting of op de transportas waarbij een gevaarlijke (afval)stof betrokken is.

Groepsrisico

Cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting of een transportas en een ongewoon voorval binnen die inrichting of transportas waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is.

Kwalitatieve risicoanalyse

Bij een kwalitatieve risicoanalyse wordt geen risicoberekening uitgevoerd met behulp van een rekenpakket, maar wordt op basis van beschikbare gegevens zoals risicokaart, beschikbare QRA en wijzigingen, risicoatlassen, een inschatting gemaakt van de externe risico's. Met behulp van een kwalitatieve risicoanalyse kunnen dure rekenexercities worden voorkomen.

Brzo

Het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo) is de Nederlandse implementatie van de Europese SevesoII-richtlijn. Doelstelling van het Brzo is het voorkomen en beheersen van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Het Brzo stelt hiertoe eisen aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland. Daarnaast wordt in het besluit de wijze geregeld waarop de overheid daarop moet toezien.

Een bedrijf dat onder de Brzo valt dient een preventieleid zware ongevallen op te stellen. Bij overschrijding van de hoge drempelwaarde uit het Brzo (bijlage I) dient tevens een veiligheidsbheersysteem geïmplementeerd te worden.

Pbzo-beleid
In het preventiebeleid zware ongevallen (pbzo-beleid) neemt een bedrijf zijn verantwoordelijkheid voor mens en milieu en wordt aangegeven waarop het mag worden aangesproken op het gebied van beheersing van de risico's van zware ongevallen. Het pbzo-beleid bevat:

  • de doelstelling van het bedrijf;
  • het beleid ten aanzien van beheersing van risico's van zware ongevallen;
  • een omschrijving van de aard en omvang van de risico's;
  • de beoordelingscriteria van de risico's.

Veiligheidsbeheerssysteem
Het veiligheidsbeheerssysteem (VBS) beschrijft het beleid van een bedrijf voor het nastreven van een hoog beschermingsniveau. Het doel is om het veiligheidsniveau in een continu en gestructureerd proces te verhogen. De wettelijk vastgestelde elementen van het VBS betreffen:

  1. organisatie en personeel;
  2. risico-identificatie en maatregelen;
  3. toezicht op de uitvoering;
  4. management of change;
  5. planning voor noodsituaties;
  6. toezicht op prestaties;
  7. audits en beoordeling.

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording van het groepsrisico is aan de orde indien sprake is van een significante toename van het groepsrisico door een nieuwe situatie. De verantwoording is in principe een taak van het bevoegd gezag, maar overleg met de inititiatiefnemer is hierbij cruciaal, opdat niet achteraf allerlei te treffen maatregelen en voorzieningen worden voorgeschreven om het groepsrisico te verantwoorden. Hoe verantwoording van het groepsrisico plaatsvindt is beschreven in de

Handreiking verantwoording groepsrisico

van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Peutz adviseert reeds vele jaren bij grote en kleine bouwprojecten nabij transportassen voor gevaarlijke stoffen. Doordat Peutz vaak al in een vroeg stadium betrokken is bij een bouwproject kunnen wij u tijdig erop wijzen wanneer externe veiligheid een relevant aspect is om rekening mee te houden. In overleg kunnen dan in een vroeg stadium voorzieningen en maatregelen worden getroffen die in het ontwerp geïntegreerd worden. Overleg met het bevoegd gezag, dat zich veelal door de Veiligheidsregio laat adviseren, is hierbij cruciaal. Qua maatregelen en voorzieningen (aan gebouwen) dient u te denken aan:

  • een goede en snelle ontruimingsmogelijkheid van de transportas af;
  • het realiseren van een afsluitbaar ventilatiesysteem met aanzuiging aan de luwe zijde van de transportas af;
  • het treffen van voorzieningen om een plas van een brandbare vloeistof op voldoende afstand te houden;
  • het realiseren van brandcompartimenten;
  • het beperken van te openen ramen;
  • het opstellen van een goed ontruimingsplan, waarbij vluchten tot buiten het effectgebied van de gevaarlijke stof een rol speelt.

De provincie Zuid-Holland heeft een eigen methodiek opgesteld voor de verantwoording van het groepsrisico, de zogenaamde.

CHAMP-methodiek

De CHAMP-methodiek is gericht op vijf plichten die gebaseerd zijn op precisering en ondersteuning van de uitwerking van de motivatieplicht (verantwoording) van het groepsrisico. Deze plichten zijn:

  • Communicatie- en informatie
  • Horizon
  • Anticipatie
  • Motivatie
  • Preparatie

ATEX

Indien er kans is op een gaswolkexplosie of een stofwolkexplosie is de ATEX 137 (richtlijn 1999/92/EG) van toepassing. Indien u onder de ATEX 137 valt is het opstellen van een explosieveiligheidsdocument (EVD) een vereiste.

Explosieveiligheidsdocument

Bij het opstellen van het explosieveiligheidsdocument worden de volgende stappen doorlopen:

  1. Inventarisatie van de aanwezige explosiegevoelige stoffen (de risicostoffen).
  2. Een risicobeoordeling; kunnen de risicostoffen onder uw bedrijfssituatie een explosieve atmosfeer vormen?
  3. Gevarenzone-indeling van de ruimten waar sprake is van explosiegevaar.
  4. Het uitwerken van de technische en organisatorische maatregelen op basis van de gevarenzone-indeling.

Bij het opstellen van het explosieveiligheidsdocument wordt gebruik gemaakt van de NPR 7910, deel 1 voor gas en/of deel 2 voor stof. 

RI&E

De RI&E of RIE staat voor Risico Inventarisatie en Evaluatie en is volgens de Arbowet verplicht voor elk bedrijf. Peutz kan voor u een RI&E uitvoeren. De RI&E dient voor iedere werknemer toegankelijk en actueel te zijn en te worden aangepast aan veranderende werkomstandigheden. Peutz kan de benodigde onderzoeken uitvoeren zoals geluid, trillingen en luchtkwaliteit op de arbeidsplaats. Het kan zijn dat naast de RI&E ook een ARIE opgesteld dient te worden indien grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn.

Inhoud RI&E
De uitgangspunten voor het opstellen van een RI&E zijn gegeven in de Arbowet, het Arbobesluit en de Boeteregeling. In de RI&E dient aangegeven te worden welke risico's voor de werknemers aanwezig zijn gedurende de werkzaamheden. De belangrijkste aspecten van de RI&E betreffen:

  • de risico's voor de werknemers; deze risico's zijn de basis voor het arbobeleid
  • een inschatting van de risico's voor schade aan de gezondheid voor werknemers;
  • risico's op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn;
  • het aantal werknemers dat blootgesteld wordt aan de risico's;
  • de risico's moeten aan wettelijke normen worden getoetst;
  • een beschrijving van het ziekteverzuim, de arbeidstijden, beroepsziekten en bedrijfsongevallen.

ARIE

De Aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie (ARIE) betreft een aanvulling op de RI&E van een bedrijf. De ARIE is gericht op de aanwezige gevaarlijke stoffen die een risico voor de werknemers vormen en is bedoeld om de risico's van de omgang met de gevaarlijke stoffen in beeld te brengen en beheersbaar te houden of te maken. Aan de hand van scenario's worden de risico's in beeld gebracht. Daarbij dienen tevens maatregelen en voorzieningen (preventief en repressief) aangegeven te worden die de risico's zo veel mogelijk beperken. Met behulp van procedures en werkvoorschriften wordt veiliggesteld dat, indien daar aanleiding toe is, verbeteringen worden doorgevoerd.

De verplichtingen die uit de ARIE-regeling volgen zijn:

  • het zelf nagaan of ze daadwerkelijk aan de nieuwe regeling moeten voldoen;
  • met een schriftelijke melding de Arbeidsinspectie op de hoogte stellen van de ARIE-plicht;
  • veranderingen die van invloed kunnen zijn op de risico's op zware ongevallen melden bij de Arbeidsinspectie;
  • alle nodige preventieve en repressieve maatregelen nemen;
  • het beleid op het gebied van de beheersing van risico's op zware ongevallen schriftelijk vastleggen pbzo-beleid
  • een veiligheidsbeheersysteem (VBS) invoeren;
  • beschikken over een noodplan;
  • buurbedrijven informeren over de risico's;
  • een ARIE opstellen inclusief het opstellen van scenario's;
  • Plan van Aanpak opstellen;
  • het pbzo-beleid, het VBS en de RI&E periodiek evalueren en zonodig aanpassen.