Het Conservatorium van Amsterdam was tussen 1984 en 2008 gevestigd in het pand van de voormalige Rijkspostspaarbank aan de Van Baerlestraat en behield de Bachzaal als concertlocatie. In april 2008 verhuisde het conservatorium naar nieuwbouw aan het Oosterdok 151 in Amsterdam. Het nieuwe gebouw is een ontwerp van architect Frits van Dongen.
In het gebouw bevinden zich diverse zalen die voor concerten, workshops en masterclasses geschikt zijn. Op grondniveau zit het 'spelend hart' met vier zalen: de Bernard Haitinkzaal, de Sweelinckzaal, de Amsterdam Blue Note en de Theaterzaal. Daarnaast beschikt het gebouw over ensembleruimtes, een opnamestudio, een grote foyer en vele les- en oefenkamers.
Bijdrage van Peutz
Peutz werd als akoestisch adviseur al vroeg betrokken bij de nieuwbouw van het Conservatorium van Amsterdam. Keuzes over types zalen, hun afmetingen en hun positionering, en de gewenste volumes en verhoudingen van de les- en studieruimtes kwamen daarbij in een intensief overleg met verschillende groepen gebruikers aan de orde. Het werd duidelijk dat de zalen allen een andere akoestiek zouden krijgen. Een belangrijk gegeven was dat het gebouw gezien de benodigde ruimtes hoog moest zijn.
De Bernard Haitinkzaal
Het spelend hart omvat onder andere een grote zaal, de Bernard Haitinkzaal, met een podium dat de ruimte biedt voor een volledig (symfonie)orkest. De zaal heeft 450 zitplaatsen en een volume van ruim 6.000 m3. De grote zaal is met behulp van gordijnen ook aanpasbaar voor moderne muziekuitvoeringen en om de luidheid bij de grotere bezettingen in toom te houden.
Bij alle zalen is geprobeerd de voor de akoestiek benodigde structuur op zijwanden en plafond te combineren met andere functies. Zo geven de zijbalkons en de technische balkons van de grote zaal de gewenste zijdelingse reflecties die zo belangrijk zijn voor een volle klank. De stoelen in de zaal zijn zo ontworpen, met behulp van metingen in het akoestisch lab, dat de akoestiek van de zaal zo min mogelijk verandert door het publiek. De zaal is zo ook goed bruikbaar in een onbezette of half bezette situatie. De zaal heeft met gordijnen open een nagalmtijd van circa 1,9s.
Amsterdam Blue Note, Sweelinckzaal en Theaterzaal
De kleine zaal, de Amsterdam Blue Note, van circa 2.100 m3 en met 200 zitplaatsen biedt de ruimte voor jazz en pop, maar ook voor modern klassiek. De zaal heeft een drogere akoestiek dan de grote zaal. De zaal is geïnspireerd op het BIMHUIS, maar is veel hoger (9 m) om ook een adequate natuurlijke akoestiek te ontwikkelen voor modern klassiek. Deze zaal heeft een nagalmtijd van ca. 0,8 s.
De Sweelinckzaal is een recitalzaal met een intieme sfeer van circa 1.200 m3 met een nagalmtijd van 1,2 s tot 1,5 s (respectievelijk met de gordijnen gesloten en met de gordijnen geopend) en met 120 zitplaatsen, die ook zonder publiek gebruikt dient te kunnen worden.
De Theaterzaal met 50 zitplaatsen en een volume van circa 1.200 m3 kent een aanpasbare akoestiek voor diverse activiteiten met behulp van gordijnen. Met gordijnen open is hij nu ook al geliefd bij blazers (nagalmtijd 0,8 s tot 1,1 s, respectievelijk met de gordijnen gesloten en met de gordijnen geopend).
Les- en oefenkamers
Voor de geluidisolatie is bij de nieuwbouw uitgegaan van (semi) doos-in-doosconstructies.
Naar het Japanse Engawa-model bevinden de gangen zich aan de gevelzijde van het gebouw en liggen en de 'gebruiksruimten' (zalen, les- en studiekamers) aan de binnenzijde. De gangen zorgen ervoor dat buitengeluiden worden geweerd.
De les- en oefenruimtes zijn ingericht met absorberende kussens om voor elke instrumentgroep de gewenste akoestiek te realiseren. De gewenste nagalmtijden zijn door de architect in het uiteindelijk ontwerp vertaald naar verschillende kleuren textiel voor de absorberende kussens.