Brandgedrag materialen

In de Nederlandse Regelgeving (het Bouwbesluit) worden eisen gesteld aan het brandgedrag van bouwmaterialen om zo bij brand de risico's te beperken. Sinds 2012 worden deze eisen uitgedrukt in de Euroklasse (ook nog brandklasse genoemd). Hiermee sluit het Bouwbesluit aan bij het Europese stelsel van productclassificatie, waarbij op basis van geharmoniseerde testmethoden het brandgedrag wordt bepaald. De classificatie van het brandgedrag maakt deel uit van de CE-markering die inmiddels voor veel bouwproducten vereist is.

Om te bepalen of een bouwproduct valt in Euroklasse B, C of D zijn twee testen nodig, de SBI test (omschreven in EN 13823) en de Ignitability of Small Flame test (EN-ISO 11925-2), voor Euroklasse E kan worden volstaan met deze laatste test. Peutz beschikt over de daarvoor benodigde proefopstellingen en is geaccrediteerd voor beide proeven.

Accreditatie

Peutz is geaccrediteerd voor het uitvoeren van de volgende proeven naar het brandgedrag en voor de classificatie van de resultaten (EN 13501-1)

  • Ignitability (ontvlambaarheid) of Small flame test (EN-ISO 11925-2)
  • Single Burning Item test (EN 13823)

Classificatie (of klassering)

De classificatie vindt plaats conform EN 13501-1. Hierbij wordt op basis van de uitkomsten van de ontvlambaarheidstest en de in de SBI test bepaalde waarden voor de brandgroei (Figra) en totale warmteproductie bepaald in welke brandklasse het onderzochte materiaal valt (klassen B, C, D). Analoog wordt op basis van de Smogra en totale rookproductie de rookklasse (s0, s1, s2) bepaald. De druppelklasse (d0, d1, d2) wordt bepaald op basis van de SBI test en ontvlambaarheidstest.

Ignitability of Small flame test

Met de Ignitability (ontvlambaarheid) of Small Flame test wordt de ontvlambaarheid van het materiaal onderzocht. Hierbij wordt een aantal monsters van 9 cm bij 25 cm blootgesteld aan een kleine vlam. Afhankelijk van de praktijktoepassing moet het materiaal niet alleen de voorzijde worden bevlamd, maar ook aan de zijkant. Onderzocht wordt of, en in welke mate, sprake is van vlamuitbreiding langs het oppervlak van het materiaal, en of sprake is van (al dan niet brandende) druppels.

Single Burning Item (SBI) test

Met de Single Burning Item test worden de warmteproductie en vlamuitbreiding, de rookproductie en het eventueel vallen van brandende deeltjes onderzocht bij blootstelling aan een brander die een beginnende brand (brandende prullenbak, klein meubilair o.i.d.) representeert. Hiervoor worden in de SBI-opstelling twee monsters onder een hoek van 90° met elkaar in de meetopstelling ingebouwd en in deze hoek verhit middels een flinke brander (de brander heeft een vermogen van 30 kW). De monsters zijn 1,5 m hoog en 1 m resp. 0,5 m breed. Voor bijzondere materialen, denk aan bijvoorbeeld leidingisolatie, wordt in afzonderlijke normen voorgeschreven hoe de inbouw plaats moet vinden. Afhankelijk van de praktijktoepassing kunnen de monsters worden ingebouwd op een luchtspouw, die eveneens afhankelijk van de praktijk wel of niet wordt geventileerd. Ook eventuele naden, de wijze van montage en dergelijke worden in de test meegenomen.

Zie ook:
Single Burning Item Test SBI