Atex: Explosiegevaar op de werkvloer

14-05-2014

Brandstof, zuurstof en een ontsteking zijn de drie ingrediënten die nodig zijn voor een explosie. In het kader van de Arbo-wet moeten bedrijven hun medewerkers op basis van de Atex-richtlijnen beschermen tegen explosiegevaar.

Wat is Atex?

Atex staat voor Atmosphères Explosives. Sinds 1 juli 2003 moeten organisaties in de EU waar explosiegevaar bestaat voldoen aan de ATEX 153 richtlijn (1999/92/EG). Deze richtlijn geeft minimumvoorschriften voor de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers die in explosie gevaarlijke atmosferen werkzaam zijn. De ATEX 114 richtlijn (2014/34/EU) is speciaal voor apparatuur die gebruikt wordt op plaatsen waar explosiegevaar is.

Voor wie relevant?

In veel bedrijven wordt gewerkt met brandbare gassen, dampen, nevels of met brandbaar stof. Explosiegevaar speelt hierdoor niet alleen bij chemische bedrijven, maar ook bij onder meer hout- en kunststofverwerkende bedrijven, papierindustrie en (papier)recyclingbedrijven, levensmiddelen- en veevoederbedrijven, farmaceutische bedrijven, afvalverwerkingsbedrijven en energiecentrales. De werkgever is volgens de Atex-richtlijnen verplicht een explosieveiligheidsdocument (EVD) op te stellen.

EVD en gevarenzones

De inventarisatie en beoordeling van explosiegevaar op de werkvloer vindt plaats door middel van het zogenaamd explosieveiligheidsdocument (EVD). Afhankelijk van de hoeveelheid aanwezige brandbare stof, de eigenschappen van de stof en ventilatievoorzieningen in een ruimte wordt een gevarenzone-indeling vastgesteld. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gasexplosiegevaar en stofexplosiegevaar.

Bij het vaststellen van de gevarenzones wordt de volgende indeling toegepast:

  • gebieden waarbij voortdurend/langdurig sprake is van een explosieve atmosfeer
  • gebieden waarbij onder normaal bedrijf af en toe een explosieve atmosfeer te verwachten is
  • gebieden waarbij slechts zelden sprake is van een explosieve atmosfeer
  • niet gevaarlijke gebieden

Afhankelijk van het type gevarenzone gelden vervolgens specifieke eisen ten aanzien van de uitvoering van de in de zone aanwezige potentiële ontstekingsbronnen. Het betreft hierbij onder meer arbeidsmiddelen, verlichting, elektromotoren, stopcontacten en bepaalde technische installaties.

Oplossing niet altijd ingewikkeld

Door aanpassing van de ventilatieomstandigheden is het mogelijk om de omvang van een gevarenzone in een ruimte te reduceren en/of tot een minder zware gevarenzoneindeling te komen. Hierdoor kan over het algemeen met minder ingrijpende voorzieningen aan apparatuur de explosieveiligheid op de werkvloer worden gewaarborgd.

Voor meer informatie j.vanhees [at] peutz.nl (subject: %5Bwebsite%5D%20Atex) (Jeroen van Hees) en e.boontje [at] peutz.nl (subject: %5Bwebsite%5D%20Atex) (Eelco Boontje)