De luchtkwaliteit in Nederland is de afgelopen jaren sterk verbeterd. Dit komt door allerlei maatregelen die op lokaal, regionaal en nationaal niveau zijn genomen. Knelpunten treden nog op bij tunnelmonden, langs drukke binnenstedelijke wegen en in de omgeving van intensieve veehouderijen.
Dat staat in de monitoringsrapportage 2012 van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Bij binnenstedelijke wegen en tunnelmonden gaat het om stikstofdioxide (NO2) en in de omgeving van intensieve veehouderijen om fijn stof (PM10). Deze knelpunten kunnen nog altijd zorgen voor vertraging of uitstel van projecten en plannen.
Peutz en het NSL
Om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren heeft de Nederlandse overheid in 2009 het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgezet. Ook is de NSL-monitoringstool opgezet. Deze tool monitoort de luchtkwaliteit in Nederland met standaard rekenmethoden.
In de windtunnel
Wij hebben voor enkele grote gemeenten als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, windtunnelonderzoek uitgevoerd naar mogelijke knelpunten. Windtunnelmetingen nemen locatie-specifieke stromingseffecten mee bij de bepaling van de luchtkwaliteit. Dit in tegenstelling tot de 'eenvoudige' standaard rekenmethoden in de NSL-monitoringstool. De windtunnel is hierdoor uitermate geschikt voor onderzoek in complexe stromingssituaties, zoals bij tunnelmonden en wegen met afwisselend hoog- en laagbouw op korte afstand van de weg.
Standaard methode overschat
Uit het windtunnelonderzoek blijkt dat standaard rekenmethoden soms een overschatting geven van de luchtverontreiniging. Locaties die op basis van standaard rekenmethoden een knelpunt lijken, blijken op basis van windtunnelonderzoek toch aan de wettelijke grenswaarden te voldoen.
De resultaten uit het windtunnelonderzoek zijn door de gemeenten verwerkt in de NSL-Monitoringstool en in de NSL-Monitoringsrapportage 2012. Meer informatie over windtunnelonderzoek en luchtkwaliteit leest u hier.
Contactpersoon: j.harbers [at] peutz.nl (Jasper Harbers)