Modernisering Energieprestatievergoeding huur (EPV 2.0)
Verhuurders die hun woningen tot een 'Nul op de Meter' (NOM) woning renoveren, mogen vanaf 1 september 2016 onder voorwaarden een Energieprestatievergoeding (EPV) bij de huurders in rekening brengen. De Wet- en regelgeving omtrent EPV is opgenomen in de Regeling Energieprestatievergoeding Huur (REH) en het Besluit Energieprestatievergoeding Huur (BEH). Het BEH wordt grondig herzien, met als doel om EPV te vereenvoudigen en het voor verhuurders makkelijker te maken om tot hoogwaardige verduurzaming over te gaan. De wijzigingen zijn opgenomen in het Staatsblad jaargang 2023 nummer 287 Besluit van 30 augustus 2023 tot wijziging van het Besluit energieprestatievergoeding huur (modernisering), datum publicatie 6 september 2023. Staatsblad 2023
Belangrijkste wijzigingen in het kort
- Voor de beoordeling wordt weer gebruik gemaakt van de vigerende beoordelingsrichtlijn (BRL) 9500-W, in plaats van de oude BRL 9500 deel 05, 2016, wat inhoudt dat berekeningen worden uitgevoerd op basis van de NTA8800 in plaats van de NEN 7120. Dit komt erop neer dat louter het energielabel (detailmethodiek) opgesteld hoeft te worden.
- Het is niet meer mogelijk om EPV in rekening te brengen bij woningen met gasaansluiting en vooralsnog ook niet voor woningen met aansluiting op een warmtenet.
- De hoogte van de in rekening te brengen EPV wordt niet meer afhankelijk van de berekende hoogte van de netto-warmtevraag. Er is wel onderverdeling in eengezinswoningen en appartementen en woningen vóór 2019 (EPV basis) en vanaf 2019 (EPV Hoogwaardig). Zie onderstaande tabel. De bedragen worden per 1 juli van elk jaar geïndexeerd.
- In aanvulling op de eisen uit de tabel dient het gemeten elektriciteitsgebruik voor ventileren, monitoring en eventueel aanwezige elektrische of infraroodverwarming in de badkamer volledig te worden gecompenseerd. Als alternatief mag hier een stelpost van 700 kWh/jaar voor worden aangehouden.
- Wanneer het overeengekomen gegarandeerde aantal kWh niet gehaald wordt in een bepaald jaar, dan krijgt de huurder een korting op de EPV, conform artikel 5 van het besluit.
- In de woning moeten tenminste 2 meters geplaatst worden voor monitoring, te weten:
◦ het jaarlijks aantal opgewekte kWh's.
◦ Het totaal verbruik voor verwarming, koeling en warm-tapwater. - Een 3e meter mag toegevoegd worden om het verbruik voor ventilatie, monitoring en (indien aanwezig) infrarood verwarming in de badkamer te monitoren. Als alternatief mag hiervoor ook 700 kWh/jaar voor worden aangehouden.
- Het is dus niet meer verplicht om ook bijvoorbeeld de hoeveelheid warmte te meten.
Wanneer van kracht? (Artikel 6)
De datum van overeenkomst met de huurder is leidend voor de vraag welke methode van toepassing is.
- Voor energieprestatievergoedingen overeengekomen voor 1 oktober 2023 geldt de oude methode.
- Voor energieprestatievergoedingen overeengekomen na 1 oktober 2023 geldt in principe de nieuwe methode. Tot 1 januri 2024 geldt een overgangsperiode en kan nog gebruik gemaakt worden van de oude methodiek.
De huidige EPV blijft bestaan. Voor verhuurders en huurders van woningen die onder het bestaande besluit Energieprestatievergoeding huur vallen verandert er niets.
Let op! Projecten die nu ontwikkeld/gebouwd worden waarbij de EPV overeenkomsten pas na 1 januari 2024 worden afgesloten vallen onder de nieuwe methodiek. Als deze woningen uitgedacht/ontwikkeld zijn met de oude methodiek kan dit betekenen dat deze opeens niet meer voldoen aan de eisen om een EPV overeen te komen.
Peutz is gecertificeerd voor het uitvoeren van berekeningen ten behoeve van EPV
Berekeningen conform BRL 9500-W mogen alleen worden opgesteld door bedrijven die voor dit deel van de BRL 9500 zijn gecertificeerd. Peutz is voor elk van de delen van de BRL gecertificeerd.
Heeft u vragen of wilt u meer informatie over de energieprestatievergoeding, neem dan contact op met onze adviseurs.