Meer dan alleen voldoen aan de verplichtingen die de Wet ruimtelijke ordening (Wro) stelt aan het bestemmingsplan. Dat was de opdracht van de gemeente Capelle aan den IJssel. Kortom, een toekomstbestendig bestemmingsplan dat inspeelt op huidige trends.
"Het nieuwe bestemmingsplan dat wij opstelden biedt kansen voor het aan de voet van de Van Brienenoordbrug gelegen hoogwaardige bedrijvenpark Rivium", stelt Koen van der Nat van Peutz.
Verplichtingen Wro
De Wro dwingt af, bij straffe van het niet kunnen heffen van leges, dat vanaf 1 juli 2013 bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. Daarnaast dienen bestemmingsplannen digitaal beschikbaar te worden gesteld op de website ruimtelijkeplannen.nl. Het bestemmingsplan voor Rivium voldoet uiteraard aan deze eisen.
Werk- en leefklimaat
Deze verplichte actualisatie van bestemmingsplannen biedt ook kansen. Zo maakten wij voor het bedrijvenpark het werk- en leefklimaat inzichtelijk. De op korte afstand gelegen drukke wegen (waaronder de A16) waar gevaarlijke stoffen over worden vervoerd, een waterzuivering en twee (LPG-)tankstations leveren een milieu-technisch complex gebied op met de nodige impact op dit klimaat. De mogelijkheid om uit te breiden of te herontwikkelen wordt in grote mate bepaald door de aanwezige milieubelasting.
Bestrijden leegstand
Rivium kent, zoals meer bedrijventerreinen, de nodige leegstand van kantoren. Flexibel omgaan met deze leegstand en het onderzoeken van andere vestigingsmogelijkheden is dus van belang. Wonen in het bedrijvenpark bleek echter, vanwege onder andere de relatief hoge milieubelasting in te beperkte mate mogelijk. Anders functies die bijdragen aan een duurzaam en levendig bedrijvenpark zoals hotels, een congrescentrum en kinderdagverblijven bleken wel inpasbaar te zijn. Om daarnaast ook leegstand enigszins tegen te gaan is het voor de aanwezige kantoren mogelijk gemaakt om, binnen de randvoorwaarden uit het “Convenant aanpak leegstand kantoren”, uit te kunnen breiden.
Contactpersoon: k.vandernat [at] zoetermeer.peutz.nl (Koen van der Nat)