Hoe voorkom je oververhitting in energiezuinige woningen

17-09-2019

Betere isolatie en luchtdichting in moderne woningbouw verhogen het risico van oververhitting, met name wanneer grote glaspartijen zijn voorzien. Louise Wijnja-Vlot en Wietse Koornneef presenteren in een artikel in TVVL Magazine van september 2019 een nieuwe standaard om al in het ontwerpproces oververhitting van woningen te signaleren en voorkomen.

De nieuwe beoordelingsmethodiek geeft een eenduidige en complete methode met uitgangspunten en beoordelingscriteria om het thermisch comfort in woningen te beoordelen. Deze methodiek sluit, door gebruik te maken van recente data, aan bij de huidige tijd. Daarnaast worden uitgangspunten gehanteerd die zo dicht mogelijk bij een reële situatie liggen.

Uitgangspunten
In deze nieuwe methodiek is een aantal uitgangs­punten van de oude GIW/ISSO 2008 publicatie overgenomen en een aantal uitgangspunten vervangen. Zo is een lager vermogen voor verlichting aangehouden, passend bij hedendaagse LED-armaturen, en zijn de vermogens van andere apparatuur in huis aangepast op basis van een gemiddeld elektriciteitsge­bruik van een huishouden.

Klimaatgegevens
Om het effect van verschillende uitgangspunten op het thermisch comfort in kaart te brengen zijn rekenmodellen gemaakt op basis van de RVO referentiewoningen. Uit het onderzoek blijkt dat het gebruik van de meest recente klimaatdata uit de NEN 5060:2018 - zoals verwacht - tot veel hogere binnentemperaturen leidt dan bij gebruik van het klimaatjaar 1964. Om een toekomstbestendige situatie te kunnen beoordelen is gekozen om met het klimaatjaar T1 uit de klimaatdata van de NEN5060:2018 te rekenen, wat beter aansluit bij de werkelijk opgetre­den klimaatdata van 2018.

Adaptatie en overschrijdingsuren
Bij het opstellen van een beoordelingscriterium voor de comfortbeleving is aansluiting gezocht bij de ATG methode volgens ISSO-­publicatie 74. Daarbij wordt rekening gehouden met zgn. adaptatie. Daarmee wordt bedoeld dat enerzijds de menselijke fysiologie zich na enkele dagen enigszins aanpast aan veranderde temperaturen en anderzijds de mogelijkheid die bewoners hebben om hun gedrag en omgeving aan te passen aan de hogere of lagere temperaturen (andere kleding, raam open of dicht, etc). Op basis van de referentiewoningen van RVO en een aantal praktijkvoorbeelden, zijn studieberekeningen gemaakt om het aantal toelaatbare overschrijdingsuren te bepalen. In deze berekeningen zijn de effecten van zonwerende maat­regelen eveneens meegenomen. Met de resultaten hiervan zijn verschillende comfortniveaus gedefinieerd.

Criterium
Voor een thermisch comfort met niveau Goed adviseren wij per verblijfsruimte de grenswaarde van maximaal 70 over­schrijdingsuren boven de ATG klasse C aangehouden. Met dit niveau worden perioden dat de binnentemperatuur oncomfortabel warm is beperkt.

In de praktijk kunnen er redenen zijn om een lager comfortniveau te accepteren. Voor deze situaties is er het niveau Acceptabel. Dit niveau is bedoeld als vangnet, waarmee de echt extreme situaties alsnog niet zullen voldoen. Voor dit niveau worden maximaal 200 overschrijdingsuren boven de ATG klasse C aangehouden.

Het is natuurlijk mogelijk om juist een zeer goed thermisch comfort na te streven, bijvoorbeeld in een luxe appartementen of villa’s. Hiervoor is de klasse Zeer Goed ontwor­pen, waarbij maximaal 10 overschrijdingsuren boven de ATG klasse C worden toegelaten.  Om dit niveau te halen is dan wel een regelbare actieve koeling vereist.